‘Peage, peage’ horen we achterin en ‘Waar zitten we nu?’ Jeroen wijst aan op de kaart waar we rijden. Ruben zit lekker relaxed om zich heen te kijken. Zijn zusje heeft iets meer moeite met de ruim 7 uur durende rit; wat ook logisch is. We zingen luidkeels met de show van Ernst & Bobbie mee ‘Wij gaan naar de camping, hoi, hoi’ ‘Wij gaan naar de camping, hoi, hoi’.
We wilden zo vroeg mogelijk van huis vertrekken. Dat werd ons kennende iets later. Maar de rit ging voortvarend. Geen files en als we geen druk wegrestaurant hadden gekozen waren we iets eerder aan gekomen op de camping. Toen we aankwamen tegen de avond was het 37 graden. Ruben riep ‘zwembad’ ‘terrasje!’ O ja, hm dat rondje over de camping, de omgeving verkennen wat belangrijk is voor hem. Hoe gaan we dit doen? Niet in deze hitte toch. Nee he.. Hij gaf zelf het antwoord ‘zwembad’ ‘terras’, ‘bagagekar’ ‘koffer uitpakken’. Mooi, dat word een kort rondje over de camping en daarna alle spullen een plekje geven. Zijn zusje wilde wél even alles ontdekken. Walhalla voor haar met alle speeltoestellen en trampolines! De spullen moesten wel allemaal gelijk een plekje krijgen en de tent even op zich ingewerkt maar daarna ging het redelijk ontspannen. Enigszins oververhit was Ruben wel. Maar daarvoor hadden we gelukkig de speel (fysio) mat mee zodat hij even in een lekkere houding af kon koelen.
Het was een prachtige wijdse camping met alle voorzieningen daar. Ruben zijn hoog-laag bed stond klaar en het idee was dat hij en zusje naar de animatie zouden gaan doordeweeks zodat wij op zijn minst even een kopje koffie op een terrasje konden doen of bij slapen zonodig. Na 3 jaar niet op vakantie dachten we dit eindelijk eens te proberen. Óf we zouden hierna direct voor langer boeken óf we zouden de vakanties anders moeten gaan doen. Wij moesten even weer in het campinggevoel komen. Ik zag er thuis al heel erg tegenop om alle spullen in te pakken. Ik ben niet zo van de lijstjes maar met een zorgintensief gezin heb je lijstjes nodig met spullen, heel veel spullen die ingepakt moeten worden. Dan nog knap dat we alleen de sondeslangetjes vergeten waren. Die stonden ook niet op de ’oude’, verouderde paklijst. Nog dankbaar dat we wat slangetjes van de buren mochten lenen.
Kamperen, hoe ging dat ook alweer? O ja, afwassen. Met een blender mee dat maal 3.. We kookten zo min mogelijk, dat scheelde wel! En tja, onze zorg voor vertrek was toch ook wel dat Ruben zijn operatie ‘pas’ 9 weken daarvoor was. Hij was op aan het bouwen met oefeningen, was ‘fit to drive’ maar dan nog. Mentaal was hij zo onwijs gegroeid de afgelopen tijd dat hij het aan zou kunnen. We hadden de kinderen thuis voorbereid met een boek over de camping. Kamperen? Dát zagen ze allebei wel zitten! Het was duidelijk voor Ruben hoe, wat en waar en we merkten vooraf en tijdens de rit naar Frankrijk niet zoveel spanning als anders.
2 dagen verder zaten we er wel weer in. Door het wennen ging mijn eigen gevoel wel steeds op en neer van ‘we gaan niet meer naar we doen dit gewoon nog een keer’. Dag 3 had ik het heerlijke campinggevoel te pakken. Alleen al het geluid van de krekels, de opkomende zon, een wandelingetje over het park. En natuurlijk geen geregel, geen zorgen thuis. Waar eerst vanwege de bak energie het vooraf kostte het gevoel over heerste ‘dit niet weer’, overheerste dag 3 het gevoel ‘yes, camperen zo weer’! Het allerbelangrijkste wat zou maken óf we vakantie weer aan durfden of niet waren de nachten met Ruben ergens anders. Alleen slapen lukte hem niet maar slapen lukte wel! Nacht 1 zelfs al wat slaap kunnen pakken! Dit hebben we eigenlijk andere vakanties niet mee gemaakt. Dat hij in een bed kon blijven liggen de nacht! Dus ook dit was geslaagd!
Ruben ging iedere dag met de animatie mee. Dag 1 en 2 ging dit heel goed. Juist zijn zusje vroeg wat meer aandacht en de oogbediening van Ruben zijn spraakcomputer weigerde steeds. O ja en die afwas weer waardoor we of afzonderlijk van elkaar een kopje koffie deden of niet. Komt wel dachten we. Het werd zo mooi voor gespiegeld dat de ouders dan wat anders konden doen. Of eindelijk eens dat boek lezen. En alhoewel ik de praatjes bij de afwas ergens al fijn vond is de rest van de tijd voor onszelf er niet van gekomen. Het voelde gewoon als thuis maar dan in een andere omgeving. We deden dezelfde dingen, waren einde middag met raket gooien of balspel bezig net als thuis. En achteraf vond ik dit heerlijk. Want het was hetzelfde als thuis maar toch anders. En voor Ruben werkt het nu eenmaal het fijnste als we een vast ritme aan houden, juist óók op vakantie.
Dag 3 was Ruben erg vermoeid na de animatie. Natuurlijk vermoeit het je als je op niveau een spelletje pesten hebt gedaan. Maar hij kon letterlijk ook geen houding meer vinden. Op dag 4 ging dit over in trillen met zijn rechterbeen. Hij wilde perse zelf wel naar de animatie. Daar viel hij bijna in slaap en heb ik hem een uurtje eerder mee genomen. De pijn werd erger. Was het pijn? Of was het overprikkeld zijn? Was deze vakantie gewoon nog teveel gevraagd? Nee, het was wel echt pijn. Want ook al zei Ruben ‘camping, spannend’, dit was het niet. Maar ja, spanning uit zich bij hem ook in hoge spierspanning. Juist in zijn rechterbeen. En die trilde.
Bij het voorlezen voor het slapen zei hij ‘bee, bee’ en keek omhoog. Achteraf; en ik voel me nog schuldig dat ik hem niet direct verstond; zei hij ‘mijn been, mijn been’. Die nacht gilde hij het uit van de pijn. Toen diclofenac niet genoeg hielp tegen de pijn wisten we dat er echt iets goed mis was. Maar wat? Zijn rechterbeen trilde maar links was geopereerd. Het enige wat we allebei direct dachten was ‘naar huis, zo snel als het kan’. Want hoe goed het ook ging, thuis zou het beter gaan.
De rit naar huis ging dankzij zijn spalken aan; die nu juist steun gaven; gelukkig nog goed. Ondanks de file waren we nog best snel thuis. Op de weg terug hebben we direct het ziekenhuis gebeld. De volgende dag al mocht Ruben langs komen. Waar ze telefonisch eerst nog dachten aan spierspanning of iets neurologisch wilden ze nu een röntgenfoto maken van zijn benen. Want de arts had al een vermoeden. Conclusie.. gebroken bovenbeen.. Dáár hadden we nu niet aan gedacht. Ruben zei het zelf al ‘bee’’bee’. Kennelijk, omdat hij een aantal weken in het gips heeft gezeten en daarna ook niks heeft gedaan met links zijn de botten daar broos geworden. Bij de minste kracht erop; waarschijnlijk met tillen; ontstaat er dan al een breuk. Osteoporose. Een nieuw iets erbij. Gewoon vette pech dat het juist op vakantie gebeurde.
We denken zelf al dat er iets gebeurd is toen het gips eraf is gegaan. Ruben had toen zo’n paniek en pijn. Waarschijnlijk is er toen langzaam wat ingeslopen. Alhoewel artsen niet kunnen zeggen of dit zo is. Het advies? Rust houden en onderwijl veel vitamine D opdoen en calcium. Nu is dat eerste wat lastig in combinatie met spasticiteit en Ruben die zelf van alles wil. We zoeken zo min mogelijk wat we noemen sensaties op en proberen te zeggen tegen Ruben dat hij zich rustig houd met zijn benen. Dat werkt een beetje. Dat tweede is goed te doen; als het aan Ruben ligt is hij de hele dag buiten. En het laatste krijgt hij met zijn kaas en zuivel inname al voldoende binnen. Het herstel van de operatie zal gewoon veel meer tijd gaan kosten nu. Ruben en wij zullen geduld moeten hebben. Het is wel weer even balen dat we een stukje terug bij af zijn. Het huilen van de pijn, poeh.. De slechte nachten, trillen van zijn lijf.. doet pijn en je voelt je machteloos. Gelukkig zijn we nu alweer ruim een week na de breuk en gaat het qua pijn al een stuk beter.
En de vakantie? Of we volgend jaar weer gaan? We weten het niet. Of we weer gaan kamperen? We weten het niet. Of we weer naar een camping met aanpassingen gaan? We weten het niet. Juist ómdat het vakantie vieren op zichzelf voor Ruben wél beter ging geeft dit een ander perspectief. We hadden het boek ‘Omdenken’ ‘Zoals verwacht gaat alles anders’ mee. Ironisch genoeg ging zoals verwacht alles anders. Maar iets niet weten geeft juist weer mogelijkheden! En dat kunnen we dus gelijk omdenken!