Opa en oma zijn 50 jaar getrouwd. Groot feest! Ruben houdt wel van een feestje dus we hebben nog niks geprobeerd te vertellen van tevoren. Nu heeft hij zijn zusje hard horen praten erover de dag ervoor- en dat laten we ook gebeuren want anderen kunnen er wél over praten zo lang het maar niet tegen Ruben zelf is- dus hij heeft echt wel iets opgevangen. Zo lang hij maar niet ‘opgehypet’ wordt gaat het tegenwoordig best goed. Oké, de dag ervoor een beetje meer sorteren van spullen dan anders en een beetje meer spanning. Maar het kan erger denken we dan maar.
Het feest is in een ‘Koeienstal’. Je kunt er eten maar ook tegelijk spelen en dieren kijken en aaien. We hebben een soort gastenboek mee in de vorm van een boom. Ruben was thuis de doos hiervan al nauwlettend in de gaten aan het houden. Schrijven van boodschappen en elke vorm interactie met anderen hebben zijn aandacht. Zeker nu we dagelijks met letters aanleren bezig zijn steeds meer.
Bij binnenkomst in de ruimte wijst Ruben direct naar de doos. Of hij hem mee in elkaar mag zetten. ‘Wil je ook wat schrijven?’ ja knik. Samen verzinnen we met zijn spraakcomputer een boodschap. Schrijven doen we samen. Wanneer ik mee zijn hand vast houdt maakt hij van sommige letters de juiste beweging mee. Hij gaat helemaal op in het schrijven en kijken naar gasten die binnen komen. Hand omhoog wanneer er weer iemand naar de tafel komt. De enige plek waar hij wil staan is bij het gastenboek. We maken samen de zin ‘wil je ook wat schrijven?’ Bij sommigen kijkt Ruben wanneer ze weg gaan indringend en vragen we samen of ze toevallig al in het gastenboek hadden geschreven. Er ontstaan direct gesprekjes met hem. Dit is zijn plek en de enige plek waar hij voorlopig wil zitten. Hij heeft er overzicht en dat is ook altijd fijn.
De jongere kinderen zijn allemaal bij de dieren in de stal te vinden. Ruben zijn zusje komt af en toe even terug maar vermaakt zich prima op allerlei fietsjes, glijbanen en veel meer. ‘Wil je ook even naar de stal, Ruben?’ Waarop Ruben naar opa en oma wijst. We gaan even achter oma aan. Maar eenmaal de stal in kijkend zet Ruben allebei zijn armen naar achteren. Dat is het teken weg hier. Ik wil onder de mensen zijn en niet hier.
‘Houdt Ruben eigenlijk van dieren?’ ‘Kijken, aaien..’? ‘Nee, eigenlijk niet’. Ik merk dat ik het iets te resoluut zeg. Maar het is waar. Zo lang ik me kan herinneren houdt Ruben niet echt van dieren aaien. Het gevoel wat dat teweeg brengt en een dier dichtbij hem is té overprikkelend. Ik weet nog goed dat we met zijn dreumesgroep naar een kinderboerderij gingen en ik hem toen al weg moest draaien. Het was niet het geluid van de varkens maar de geur en het gevoel waar hij vies bij keek. Van haal me weg hier. Hij houdt wél van het kijken naar dieren die wat geks doen of naar mensen die dieren verzorgen of mensen die kijken naar een dier. De manier waarop een mens naar een dier door een raampje tuurt, dáár kan Ruben van in een deuk liggen. Ik kan me nog herinneren dat we een keer- ik gok dat Ruben 4 was- naar een vogelpark gingen. Wij dachten, mooi vogels kijken. Maar toen er een groep met wielrenners het terras van het park op kwam; toen werd het pas leuk voor Ruben! Heel vermakelijk die mannen in strakke pakjes met schoenen die grappige geluiden maakten! Of de keer dat er een snoezelbus op school was. Ruben het alleen leuk vond om te zien hoe mensen het uit gierden van het lachen in de stoel die heen en weer ging. De rest boeide hem niet. Waarschijnlijk omdat hij toen al aan voelde dat al het sensopatische niks voor hem is.
Er zijn heel veel activiteiten voor mensen met EMB die gericht zijn op gevoel en aanrakingen. Hartstikke mooi en vast voor veel wél goed. Maar dat wil niet zeggen dat dit voor iedereen goed is. Hartstikke leuk om te kijken naar anderen die het ervaren maar zelf alleen de aanrakingen waar hij zelf invloed op heeft. Beleven hoeft niet door aanrakingen. Beleven kan op veel andere manieren. En ja, hij voelt het niet altijd zelf aan. Want soms kan Ruben er zoals met spelen met zand zelf helemaal in op gaan. Dan zijn wij er om dat te bewaken. En ja, soms is het niet te voorkomen en is hij toch wat te overprikkeld geraakt. Maar met zo’n bezoekje aan een stal vind ik het onwijs goed dat hij het zelf aan geeft. O, nee, niet bij de dieren!
We hebben heel even de stal in gekeken en zijn toen weer terug het zaaltje in gegaan. Nu iedereen geschreven heeft wil Ruben wel verder de ruimte in. Leuk, kijken hoe anderen interactie hebben. Kijken hoe de bediening heen en weer loopt. Gaat dat goed met de dienbladen? Opa vraagt ‘wil je ook een ijsje?’ ‘jaaa, lekker’. Ruben voelt zich door het sfeertje zo lekker op zijn gemak dat hij later na het ijsje ook nog 3 kroketjes mee zit te eten. We moeten bijna oppassen dat we niet te lang blijven hangen. Anders wordt het thuis zo lastig met naar bed gaan.
Mensen, geweldige wezens!