Operatie gipsbroek

Daar ligt Ruben..Half wakker.. Ik zit me in te beelden wat er door hem heen moet gaan. Hij kan het nu niet letterlijk vertellen maar zijn ogen zeggen genoeg. Geschrokken.. Boosheid en frustratie is van hem af te lezen. Er was een hele kleine kans dat.. We hadden nog zo alle voordelen verteld. Natuurlijk ook wel dát het pijn zou doen en dát het écht even niet leuk zou zijn. Bij de rondleiding door het ziekenhuis gaf hij aan de verpleegkundige die de rondleiding gaf aan dat hij hier écht niet wilde zijn. ‘Verveeld’ zei hij. En wees naar de gang. Niet voor een rondleiding maar als je het had gekund op zoek naar de eerste de beste weg naar de uitgang. Het verveelde gevoel trok even weg door zijn zusje die verstoppertje in de kamer deed en het feit dat het toch ook wel leuk was dat je films kon kopen op de ipad en nu kon kijken wat jij wilde kijken.

Hij ging niet al te gespannen de narcose in. Toen de operatie wat langer duurde wisten we het eigenlijk al.. Ik begon in eerste instantie te doemdenken ‘wat als de narcose..’ Ook al weten we hoe sterk Ruben is, toch poppen op zo’n moment even je grootste angsten op. Maar al snel komt het beeld ‘gips’ naar boven. Dát kan het enige zijn waarom het langer duurt..

Ik voel me een beetje schuldig dat we het voor Ruben wat rooskleuriger voor hebben gedaan. Ik denk terug aan 3 jaar geleden.. Dat witte gezicht, alle slangetjes, sonde voor het eerst, het zoeken naar een houding die we niet konden vinden, de onmacht hem niet te kunnen helpen, geen eten binnen kunnen houden en de drukplek die een wond op zijn rug werd. De keren dat we daarvoor terug moesten naar het ziekenhuis. Het wekenlang, zeg maar 8 weken lang alleen zittend op de bank kunnen slapen en de pijn die het gaf.  Wat heeft hij daarna de kleur oranje een tijd lang vervloekt.

Het stond zo in ons maar vooral ook Ruben zijn geheugen gegrift. We hadden gehoopt dat dit hem deze keer bespaard zou blijven. Het was ‘maar’ 1 heup, ‘maar’ 2 nachten ziekenhuis maximaal en dus een hele kleine kans dat.. En daar ligt hij, van boven de heupen tot aan enkels in blauw gips..

Als hij dan eindelijk op zijn kamer ligt en ook ik bij hem ga kijken moet ik in eerste instantie slikken. Met het beeld van 3 jaar terug stap ik de kamer in. Maar daar ligt geen jongen met een wit gezicht. Wel aan de slangetjes maar het voelt anders deze keer. Hij heeft wel pijn natuurlijk; er is wel wat gebeurd maar er straalt ook een kracht uit hem. Kracht dat hij dit aan kan. Beter dan toen. En dat geeft ons weer kracht. Ook al heb ik nog steeds moeite met het gips. We hadden plan A en plan B. Plan A was makkelijk. Plan B hadden we in huis. Hadden we in ons hoofd. Hadden we uitgedacht. Maar plan B wilden we niet. Plan B hadden we weg gestopt. Ook al hadden we alles klaar voor plan B. Hadden we de foto’s van toen. We wilden hem niet optuigen. Die afschuwelijke plank hadden we ergens boven in huis gestopt. Ik riep nog ‘die haal ik later wel naar beneden!’ ‘hebben we toch niet nodig!’. Om hem vervolgens dag 2 in het ziekenhuis toch met tegenzin en tranen die achter mijn ogen prikken mee te nemen. Noem het naïef of te positief denken maar we gingen liever van het positieve uit met in ons achterhoofd dat..

Ruben lijkt zelf deze keer vooral last te hebben van het zijn in een andere omgeving. Zich over de pijn heen te willen zetten en weg te willen uit het ziekenhuis. Wanneer de dienstdoende orthopeed aan hem vraagt óf hij pijn heeft zegt hij dan ook met zijn spraakcomputer heel stoer ‘een beetje pijn’.

Wanneer hij dag 3 na de operatie van de slangetjes en de zware pijnstilling af kan, is Ruben nog wat paniekerig, wat verward kan worden met pijn. Natuurlijk zal het pijn doen – er is nogal wat gebeurd -maar de paniek van in het ziekenhuis zijn overheerst. Gelukkig, gelukkig kan hij zich zelfs ook in het ziekenhuis een beetje verstaanbaar maken met zijn spraakcomputer naar anderen. Dit maakt dat hij zelf de pijnarts ervan overtuigt van het feit dat angst overheerst boven de pijn. Dát hij de pijn aan kan en naar huis kan. Hij écht geen nacht langer wil blijven. Als ze dan ook nog ons verhaal aan horen dat we het aandurven om te gaan kunnen we naar huis.

Het gips hoeft gelukkig ‘maar’ 3 weken deze keer. Maar als we in het ziekenhuis en thuis plan B met allerlei kussens en handdoeken plan B optuigen voelt 3 weken toch ook wel weer heel lang. Hoe houden we Ruben comfortabel? hoe houden we alles zo ‘normaal’ mogelijk? Hoe doen we dit met werken? Slapen? We weten nu al dat dit weer nachten op de bank slapen word. Want dat is de enige plek waar Ruben wat kan slapen in deze houding. Plan B is ook dat we op pauzestand gaan. Er is even niks anders dan zorgen voor, zorgen dat. Andere afspraken, andere regelzaken, die gaan even niet.Plan B betekent ook schakelen voor ons. Samen zorgen. Ruben is zwaarder dan 3 jaar terug, de situatie anders wat het ook zwaarder maakt en het niet alleen lukt.

Mijn hart breekt de eerste dagen. Ik vind het moeilijk om om te schakelen en vraag me even af waarom we Ruben dit aan doen- ook al was zo door gaan ook geen optie. De keuze of je een operatie laat doen en het uiteindelijk aan gaan hiervan is geen makkelijke. Zeker omdat je later pas kunt zien of het het effect heeft gehad wat nodig is.

Hij zegt de eerste week zelf ook steeds ‘duurt lang’ en ‘saai thuis zijn’. Maar als hij maar afleiding heeft houd hij het goed vol. Ik vind het zo knap van hem hoe hij zich er toch aan over geeft. Ik zou zelf woest zijn om het gips en  gek worden in diezelfde houding steeds. Hij blijft heel stoer. Wanneer iemand aan hem vraagt hoe met hem gaat zegt hij ‘gemiddeld’. Een ander mens zou slecht of waardeloos zeggen op zo’n moment en voor hem is het gemiddeld. Hij lacht er nog bij ook met zijn benen zelfs bewegend in de gipsbroek.

We gaan dit aan. Knop om en ervoor gaan. Hoe we dit doen? Ruben houden we op de been met afleiding zoeken en ‘dansen, dansen’ zoals hij zelf uit zijn spraakcomputer laat galmen. We doen het ochtendgymnastiekdansje van de Mees kees film mee, dansen op de fit Top 10, we shaken erop los, verzinnen allerlei spelletjes met afstands bestuurbaar speelgoed, hoe gekker hoe leuker wanneer de lading van de bestuurbare auto eruit valt en we er verhalen erom heen verzinnen! En onszelf? Hiermee en door het met de uitspraak ‘makkie’ en andere humor als bij het gips blijven checken zeggen ‘eerst nog even checken’ lichter te maken.

Natuurlijk is het geen makkie en zijn we moe van alles. En natuurlijk is Ruben het gips aan het einde van deze 3 weken echt beu en is hij moe, zo ontzettend moe. Maar hij heeft een doel. Dit geeft hem houvast. Hij kan het meer uiten maar hij is zichzelf er deze keer ook veel meer bewust van dan 3 jaar terug. Hij wil weer kunnen ‘staan’, op het ‘springkussen’ en in de ‘loopwagen’ kunnen. Het revalideren zal nog even duren maar een van die dingen weer kunnen doen, daar gaan we voor!